In het rapport Maatwerk in meedoen toont het SCP met cijfers aan dat veel van de ca. 1,2 miljoen mensen met een verstandelijke beperking, moeite hebben om volwaardig aan de samenleving mee te doen. Dat lijkt misschien een open deur, maar het blijkt dat de zelfredzaamheid van deze grote groep door de overheid en andere organisaties wordt overschat. De toenemende complexiteit van de samenleving stelt hogere eisen aan het functioneren van mensen en de decentralisaties in het sociaal domein hebben niet geleid tot een zorgzamere samenleving.
Om de maatschappelijke participatie van mensen met een LVB te vergroten, is kennis over de hulp en ondersteuning die daarvoor nodig is onmisbaar. Die ondersteuning is nodig in het hele sociale domein. Mensen met een (licht) verstandelijke beperking hebben bijvoorbeeld vaak moeite met het invullen van formulieren, zelf organiseren van hun huishouden of het gebruik van openbaar vervoer. Dit wordt extra problematisch als er door te weinig inkomen of het ontbreken van een sociaal netwerk geen compensatiemogelijkheid is. Terwijl uit onderzoek juist blijkt dat deze factoren voor mensen met een verstandelijke beperking zeer bepalend zijn voor de kwaliteit van leven.
Aan een betere positie voor mensen met een verstandelijke beperking kan iedereen een bijdrage leveren: overheid, professionals, werkgevers en mensen zonder verstandelijke beperking. Het rapport wijst bijvoorbeeld, mede op basis van een aantal publicaties van het Landelijk Kenniscentrum LVB, op de waarde van een vroegtijdige herkenning van mensen met een licht verstandelijke beperking en op een op deze groep afgestemde communicatie.
Maatwerk is zoals altijd belangrijk. En hoe meer kennis er binnen het sociaal domein is over leven met een verstandelijke beperking en de daarbij passende ondersteuning, hoe beter dit lukt. Kennis waar organisaties als het Landelijk Kenniscentrum LVB en de VOBC aan bijdragen.